Wonderschoenen
Hij komt een paar keer per jaar langs. De ene keer omdat hij honger heeft. De volgende keer omdat hij geld nodig heeft. Weer een andere keer voor een praatje. Soms helemaal verwaarloosd, vies en opstandig. De andere keer eigenlijk best wel netjes, schoon en vriendelijk.
Deze keer gaat de bel. Kort en nors klinkt een donkere bevelende stem. ‘Schoenen maat 45’ . Na een praatje wordt al snel duidelijk dat de schoenen die hij aan heeft veel te klein zijn. Lopen doet pijn, en de verbeten blik van de smoezelig uitziende man verraad weinig geduld. Gelukkig is er iemand met bijna nieuwe schoenen en ook nog eens maat 45. De schoenen gaan uit, wisselen van eigenaar en na een kop koffie en wat eten vervolgt de eenzame man zijn oneindige zwerversbestaan. Hij wil niet anders. De andere man zonder schoenen gaat naar huis. Hij heeft nog genoeg schoenen over.
Een jaar later staat de zwerver weer voor de deur. Dit keer duidelijk met een beter humeur. Netjes gewassen, geknipt en redelijk in de kleren. ‘Wonderschoenen’ bromt hij. ‘Ik heb ze al een jaar en ze zijn nog als nieuw. Ze slijten niet. Echt man…. het zijn wonderschoenen!’
Ik kijk eens kritisch naar de schoenen. Tja…. Hij heeft wel gelijk? Hij loopt er al een jaar op en ze lijken eigenlijk nog helemaal niet versleten. Hij tilt zijn voeten op en laat de zolen zien………. Tja….. eerlijk is eerlijk. Ook daar is geen enkele vorm van slijtage te zien…….
Een brede glimalch verschijnt op z’n gezicht. ‘Ik zei het toch…. Wonderschoenen!’ Na een bak koffie, wat eten en geld voor een treinkaartje gaat hij weer weg. Een tevereden glimalch siert zijn gezicht als hij nog één keer omkijkt. En weer vervolgt de eenzame man zijn oneindige zwerversbestaan. Maar dit keer op zijn wonderschoenen!
Hij wil niet anders……